Sinds 1993 bestaat de energiebesparingsplicht, waarbij bedrijven en instellingen alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder moeten uitvoeren. In 2019 is deze regeling aangescherpt en moesten veel locaties al eens in de 4 jaar rapporteren over de uitgevoerde maatregelen volgens de informatieplicht.
EML van branche naar onderneming
De eigenaar van het gebouw is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de gebouw-gebonden maatregelen: de energiebesparingsplicht. De organisatie die de activiteiten uitvoert, heeft de energiebesparingsplicht voor de activiteit-gebonden maatregelen.
Per 1 juli 2023 wordt deze regeling verder aangepast. Om te voldoen aan de informatie- en energiebesparingsplicht gebruik je de Erkende maatregelenlijst energiebesparing (EML). De maatregelen waren voorheen gecategoriseerd per branche, maar vanaf dit jaar geldt de EML voor elke onderneming en bestaat deze uit 3 onderdelen: gebouwen, faciliteiten en processen.
Het toezicht op de naleving van de energiebesparingsplicht valt per 1 juli 2023 onder de regionale omgevingsdiensten.
Stappenplan: informatieplicht, onderzoeksplicht of EED-auditplicht
Zeker weten waar je als bedrijf aan moet voldoen? Bepaal met het stappenplan of je onder de informatieplicht, onderzoeksplicht of EED-auditplicht valt. Hieronder in het kort de 3 categorieën op een rij.
Informatieplicht: Net als in 2019 moeten locaties op uiterlijk 1 december 2023 rapporteren over de uitgevoerde maatregelen via de informatieplicht. De locaties met een gebruik vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas(equivalent) hebben een informatieplicht. Dit geldt per locatie. Om te voldoen aan deze informatie- en energiebesparingsplicht, maak je gebruik van de EML.
Onderzoeksplicht: Voor locaties met een energiegebruik vanaf 10 miljoen kWh elektriciteit of 170.000 m3 aardgas(equivalent) én een milieubelastende activiteit waarvoor onder de Omgevingswet de Rijksoverheid de milieuregels bepaalt, geldt daarnaast een onderzoeksplicht. De onderzoeksplicht geldt alleen voor de activiteiten op de locatie. Voor de gebouwmaatregelen geldt altijd de informatieplicht. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van de maatregelen uit de EML voor gebouwen.
EED-auditplicht: Deze Europese verplichting geldt voor grote ondernemingen van 250 fte of meer en een jaaromzet van meer dan €50 miljoen én een jaarlijks balanstotaal van meer dan €43 miljoen. De EED is niet van toepassing op locaties in eigendom van overheden, tenzij het om een commerciële, economische activiteit gaat waarmee er concurrentie is met ondernemers.
Voor Paris Proof meer nodig
Hoe hangt dit samen met Paris Proof? Eefje Stutvoet, projectmanager Paris Proof, licht toe: “Paris Proof stuurt op een maximaal werkelijk energiegebruik. Naast het afvinken van doorgevoerde maatregelen moet het energiegebruik gerapporteerd worden. Het energiegebruik is daarmee ook voor de Energiebesparingsplicht een eerste controlestap. De maatregelen uit de EML dragen bij om het energiegebruik omlaag te brengen en zijn quick-wins die al toegepast hadden moeten worden, ook al vanwege de sterk gestegen energiekosten van de afgelopen jaren. "
"Het is goed dat de EML herzien is, waardoor veel extra besparende maatregelen eronder zijn komen te vallen. Gelukkig is door de overgang naar drie lijsten – voor gebouwen, faciliteiten en processen – het totaal aan maatregelen wel flink minder en overzichtelijker geworden. Voor Paris Proof is echter meer nodig dan deze maatregelen.”
Stutvoet besluit: “Het is verstandig om voor gebouwen en portefeuilles te inventariseren hoe ze ervoor staan, qua energiegebruik, toegepaste maatregelen en de routekaart naar Paris Proof. Een goede routekaart kan gebruikt worden voor de onderzoeksplicht en de EED-auditplicht. Voor de panden die al Paris Proof en gasloos zijn, voldoen aan deze eindnorm of Renovatiestandaard.”