In de kamerbrief ging Keijzer in op de utiliteitsbouw én de woningbouw. Per 2030 dient in de utiliteitsbouw de 16% gebouwen met de slechtste energieprestatie uitgefaseerd te zijn en per 2033 de slechtste 26%. De minister is zich nog aan het beraden op welke indicator deze eis gebaseerd gaat worden.
De Europese wetgeving EPBD IV geeft twee opties om de indicator op te baseren, namelijk primaire energie (energiegebruik met verliezen in de gehele keten, zoals dat nu in het energielabel gebruikt wordt) of via het finaal energiegebruik (energiegebruik van het gebouw zelf).
Utiliteitsbouw: meerdere optie worden overwogen
In de brief van 7 maart kondigt het ministerie van VRO ook aan dat men samen met het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) naar meer opties zoekt om deze uitfasering draagbaar, haalbaar en uitvoerbaar te maken. Het ministerie wil hierbij eigenaren de mogelijkheid bieden aan te tonen dat ze voldoen op de manier die het beste bij ze past. Dit kan zijn met een energielabel, maar ook op basis van het huidig energiegebruik of genomen maatregelen, zoals in de huidige energiebesparingsplicht.
Martin Mooij, programmamanager bij DGBC: “Voor DGBC is eenvoud in regelgeving het startpunt geweest voor het Paris Proof programma. Het zou mooi zijn als het werkelijk energiegebruik één van deze opties wordt. Veel sectoren en eigenaren en gebruikers sturen hier al op.”
Doorzetten portefeuilleaanpak utiliteitsbouw
In de kamerbrief wordt de portefeuilleaanpak genoemd. Deze al bestaande regeling met nu 27 deelnemers maakt het voor eigenaren en gebruikers van minimaal twintig gebouwen verdeeld over twee of meer omgevingsdiensten mogelijk om te sturen op de reductie van het energiegebruik in de portefeuille. Zo kan men de meest kosteneffectieve route te kiezen. De door DGBC en TVVL ontwikkelde WEii(Werkelijk Energie intensiteit indicator) is daarbij al het sturingsinstrument. De minister kondigt in de kamerbrief aan deze regeling te willen doorzetten en juridisch te borgen.
Woningbouw: energielabel E, F of G verduurzamen naar D
Ook stipte Keijzer in haar kamerbrief maatregelen voor de woningmarkt aan. Namelijk dat eigenaren van huurwoningen met een energielabel E, F of G deze voor 1 januari 2029 moeten verduurzamen naar minimaal label D.
Per 1 juli 2026 wordt de regeling over het uitfaseren van de energielabel in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) opgenomen. Met de woningcorporaties was eerder via prestatieafspraken vastgelegd dat zijn uiterlijk in 2028 de E, F en G woningen hebben verduurzaamd.
Voor particuliere verhuurders komt er een ondersteuningsregeling, waarin door de overheid en branches informatie en tools worden opgesteld, bijvoorbeeld om het gesprek tussen huurder en verhuurder mogelijk te maken en te komen tot een ‘shared incentive’; een belang van zowel de huurder als de verhuurder om woningen met een slechte energetische kwaliteit en hoge energierekening aan te pakken.
Zo wordt uitgewerkt wat een redelijke huurverhoging is. Daarnaast konden verhuurders al gebruik maken van de Subsidieregeling Verduurzaming Onderhoud Huurwoningen (SVOH). Er zal geen verhuurverbod komen, maar als verhuurders niet voldoen, schrijven gemeenten hen aan, met mogelijk een last onder dwangsom.
Reactie DGBC op kamerbrief
Eefje Stutvoet, programmamanager DGBC, voegt toe: “Vanuit DGBC zijn we blij met deze ontwikkelingen. Zowel het doorzetten van de portefeuilleaanpak waarin de WEii gebruikt wordt, maar ook de opening bij het uitfaseren van de slechtst presterende gebouwen dat er gekeken kan worden naar het energiegebruik. We pleiten al lang voor duidelijkheid voor de markt, dus wachten de keuzes van de minister af die ze deze zomer gaat maken en denken graag mee in de ontwikkeling. Zo ook voor een ondersteuningsregeling voor particuliere verhuurders kunnen we samen met onze partners helpen wat werkzaam zou zijn voor de markt.”
Vervolg
Op 26 maart wordt de voortgang van het Klimaatakkoord gebouwde omgeving besproken in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Dan staat ook het voorstel op de agenda om de eDNA methode te erkennen om de aanwezigheid van vleermuizen in de spouw bij grondgebonden woningen uit te sluiten.
Binnenkort publiceert DGBC meer over dit onderwerp in de vorm van een uitgebreide longread. Eerdere longreads met toelichting op de EPBD IV zijn te vinden in ons Kenniscentrum.